Arameeërs versus Arabieren: het gevecht tussen Civilisatie en barbarisme binnen Islam

 

18-8-2005

 

De Shu’ubiya en de Mutazilites (twee hoofd Islamitische bewegingen) creëerden een dynamische debatten en geschillen die voldoende bronnen hebben opgeleverd voor de juiste historische begrip van het Aramese- Arabische culturele botsingen dat de historische Islam vorm heeft gegeven, een religie dat niets te maken heeft met de Arabische culturele en gedragsreductionisme.

English Version

Door Prof. Dr. Muhammad Shamsaddin Megalommatis, Orientalist

Bron: http://www.buzzle.com/editorials/8-17-2005-75015.asp

In voorgaande artikelen onderstreepten wij de Aramese etnisch- raciale identiteit van de Arabisch sprekende volkeren over de grote gedeeltes van de Aziatische delen van het Midden-Oosten, daarbij het punt onderstrepend dat de Aramees sprekende bevolking lijkt vandaag een minderheid te zijn onder de Arabisch sprekende volken van Irak, Zuid-Oosten van Turkije, Syrië, Zuid-West van Iran, Katar, Emiraten, Jordanië, Libanon, Israël en Palestina, maar ze vertegenwoordigen simpelweg de meeste authentieke deel van hetzelfde volk, namelijk de Arameeërs, die alleen taalkundig werden  gearabiseerd, niet raciaal- etnisch, niet cultureel (http://www.buzzle.com/editorials/8-9-2005-74536.asp)

 

Wij onderstreepten het feit dat voor de Arameeërs het geleidelijke proces van Islamisatie niet betekende het culturele Arabisatie, maar in werkelijkheid gebeurde het tegendeel: de Arabieren werden, door de acceptatie van de Islam, cultureel de-arabiseerd en letterlijk gesproken ge-aramiseerd. Wij analyseerden waarom Islam geen culturele Arabische fenomeen is, maar – juist de tegenovergestelde - een Aramese culturele fenomeen was, gepredikt door de Profeet Muhammad aan de Arabieren om de nomaden van Hedjaz beschaafdheid bij te brengen – en om die reden hen te de-arabiseren.

 

De redenen waarvoor deze realiteiten in alle stilte zijn voorbijgegaan blijven onbekend bij vele mensen, om die reden heeft het bijgedragen tot de verwarring omtrent het Midden-Oosten en de vele zaken gerelateerd aan de Islamitische terrorisme, die wij zullen bespreken in de voortkomende artikelen focusserend op de misrepresentaties van Islam vanaf de tijden van middeleeuwse Europa tot de moderne koloniale tijdperk. In dit artikel gaan wij kijken of de Islam een van z’n uitgesproken missies heeft volbracht, namelijk het uitroeien van de Arabisch culturele element onder de Arabieren.

 

Verdediging van de Islam door niet-Arabieren: Shu’ubiya

 

Minder dan 80 jaar na de expansie in Jeruzalem, Damascus en Ctesiphon, begon de Islam te worden omarmd door de Perziërs. De Shu’ubiya beweging vertegenwoordigd geen enkel ‘Nationalisme’ zoals de naam ons zou doen denken; het was eerder een historische – culturele evaluatie en een socio- antropologische interpretatie van het fenomeen van de opgang van de Islamitische beschaving, die al plaatsvond in de tijden van Umayyad. De Shu’ubiya beweerden niet dat de Iranese cultuur superieur was aan Islamitische of Arabische, zoals moderne uitleggers foutief pogen te zeggen. In essentie probeerden ze uitleggen aan wie de opgang van de Islamitische beschaving te danken was, en ze benadrukten dat het te danken was aan de niet- Arabieren, niet specifiek aan de Perziërs. Het feit dat we aantal historische bronnen tot onze beschikking hebben over deze beweging, en de hieraan parallelle opgang van de Perzische cultuur, die superieur was binnen de Islam, heeft de geleerden misleid om te concluderen dat de Shu’ubiya vertegenwoordigden een soort Iranese nationalisme binnen de Islam, en dat is fout.

 

Er waren diverse culturele invloeden binnen de vroege Islamitische beschaving, Aramees, Perzisch, Joods, Yemenitisch, Grieks, Koptisch. Ze waren allemaal sterker dan het Arabische element dat hoe dan ook standhield. De vroegere Islamitische expansie overdekte een hele gebied van Noord West Afrika tot aan Centraal Azië. De Arabieren uit Hadjaz verhuisden naar deze gebieden en vestigden zich in diverse steden over de hele Kalifaat. Parallel hieraan verhuisden vele proselieten onder Arameeërs, Perziërs en mensen uit Centrale Azië, Egyptenaren, Grieken en Romeinen, Afrikanen en Yemenieten, naar Medina en Mekka, de heilige gebied (Haramayn) waar de Profeet van de nieuwe religie, die ze accepteerden, had geleefd. Dus een culturele botsing vond plaats over het hele gebied van het Kalifaat.

 

Het was duidelijk dat, na de prediking van de Islam, en dankzij hun directe contact met het Aramese wereld, werden de Arabieren beïnvloed door de latere Aramese rationalisme, een stroming die teruggaat tot de tijd van Tatianus in de 2e eeuw na Chr. Ze probeerden om het fenomeen van de toen opgaande Islamitische cultuur en civilisatie te interpreteren als consequentie en afgeleidde van de Islamitische religie. Getuigend van een beperkt –denkende en onbeschaafde achtergrond, benadrukten de Arabieren dat we over- generaliseerde reductionisme moesten uitroepen.

 

Arabische culturele en religieuze reductionisme

 

1. Methodisch reductionisme betekende dat elke object in onderzoek, werd gereduceerd tot het simpelst mogelijke element en betekenis/begrip. Om te beginnen, deze benadering reduceerde de Koran en dientengevolge de Hadith tot een plat, vatbare, ‘doorzichtige’ teksten gemakkelijk voor iedereen om te begrijpen. Een voorbeeld is de methode van Ahmed Ibn Hanbal van de mtashabihat (onduidelijke betekenissen van Koran en Hadith) zoals ze zijn tot ons gekomen zonder te zeggen wat ze betekenen. Het was ‘normaal’ voor de ongeschoolde en cultuurloze Arabieren van de 7e eeuw om de nieuwe religie van het Heilige Boek te presenteren als hun ‘aanwinst’, als een makkelijke iets voor nomaden om te begrijpen, omdat alleen op deze manier zouden ze in staat zijn om beslag te leggen op de politieke- economische profijt als regerende klasse en het leger (in plaats van administrators) in het hele kalifaat. Arabische religieuze leiders en predikkers ontkenden enige symboliek, mystiek en enige mythische – metaforische elementen en/of dimensie in de Koran, en om die reden beletten ze een adequate en gepaste interpretatie.

 

2. Het theoretische reductionisme impliceerde dat andere religies, ideologieën, filosofieën, culturen dienden te worden vervangen door de Islam, niet omdat Islam nieuw was in het vervangen van al het voorgaande, maar omdat Islam heeft bestaan sinds de tijden van eeuwigheid als de religie van alle voorgaande profeten (Noach, Abraham, Mozes, David en Jezus), en de prediking van Muhammad was alleen een verfijning of voltooiing van de ‘oude’ Islam. Gecombineerd met het methodische reductionisme, het voorkwam enige belangstelling in het zoeken, onderzoeken, vergelijken en vergaren van kennis.

 

3. Religieus reductionisme diffundeerde de foute idee dat alle gebeurtenissen en ontwikkelingen gereduceerd kon worden tot religieuze – Koran gebaseerde uitleggingen. Het accentueerde de onkunde over het geloof van andere volkeren die leefden onder de Moslims, en nog erger, het leidde tot irrationaalisatie van andere geloven, zoals bijvoorbeeld de Sabiers, die waren geconcentreerd in Harran en hedendaagse Eski Sumatar.

 

4. Linguïstische (Arabische) reductionisme diffundeerde het onzinnige geloof dat alles beschreven kon worden in het Arabisch met een gelimiteerd aantal kern concepten en hun combinaties.

 

5. Ontologisch reductionisme was gevormd op de basis van de voorgaande dimensies, en bestond uit aberratie dat alles is gemaakt uit klein aantal basis substanties dat zich op een regelmatige manier gedraagt. Het dwong aantal Islamitische theologische en filosofische systemen naar Monisme.

 

6. Theologische reductionisme omvatten het geloof dat alles is gemaakt om slechts een doel te dienen, en niets ontsnapt aan prospectus en doelen bepaald bij God. Dit leidt tot Eliminativisme, en uiteindelijk tot Raciale Behaviorisme, hetgeen de epicentrum vormt van de Islamitische Terrorisme. Voor de Islamitische Raciale Behaviorisme draait alles om het gedrag van een Moslim.

 

7. Morele reductionisme propageerde de foute idee dat er een goddelijke voorspraak mogelijk is in het hiernamaals, iets wat de Goddelijke Gerechtigheid tegenspreekt. Door de diffusie van de dwalende idee dat in het hiernamaals de Moslims, die grove zonden hadden begaan en vervolgens grove zondaren werden voor hun dood, door de Goddelijke bemiddeling zullen worden verlost, veranderden Arabisch valse- Moslim theologen met geweld sommige van de basis concepten van de Islam, en moedigden aan onder hun cultuurloze landgenoten, moraalloze en met absolute gebrek aan echte discipline. Als God voorspraak doet voor grote zondaren, en hen uit de hel weghaalt nadat ze hun straf hebben volbracht in de hel, zoals de Ashari theologen beweerden, wordt moraliteit gereduceerde tot betekenisloze onzin.

 

Wat is de kern van de Arabische Reductionisme?

 

We dienen in het achterhoofd te houden dat de verandering opgelegd op de Arabieren ten tijde van de Profeet Muhammad met de oplegging van Islam een enorme gebeurtenis was dat het moeilijk te accepteren was door een gemiddelde nomadische Arabier. Toen het uiteindelijk duidelijk werd dat de Islam zou worden opgelegd, realiseerden massa’s Arabieren dat ze de gebeurtenis niet terug konden draaien, maar ze konden het relatief- of voor een groot deel ineffectief of onschadelijk maken door hun oude identiteit en gewoontes en de manier van het leven (te behouden).

 

Het is duidelijk dat voor een Arabier van Mekka en Medina in 625 of 628, bekeerd of niet, de aanvang van een grote cultuur en de opgang van een briljante civilisatie (zoals we ze tegenkomen in de kunst, letteren, de wetenschappen en filosofien van Damascus, Bagdad, Cordoba, Shiraz, Kairwan, Samarqand, Ispahan en Istanbul), als gevolg van de diffusie van de Islam onder andere volkeren, werd in het geheel niet verwacht, ze konden zich de complete impact van de Islam op andere volkeren niet voorstellen, omdat ze de beschavingen en culturen ontwikkeld bij andere volkeren (niet kenden), en bovendien hadden ze de Islam niet begrepen op de manier zoals de vele andere volkeren het deden.

Ze negeerden de link tussen religie - filosofie – gedragsysteem – kennis/eruditie- cultuur. Wat ze maximaal verwachtten was een beperkte verandering in hun leven en tradities. Ze beschouwden Islam niet als een systeem gebaseerd op principes, en ze konden de sociale impact van loyaliteit aan het systeem gebaseerde principes niet bevatten, hetgeen de genererende factor vormt voor culturen en beschavingen.

 

Zeer vroeg, en voor de diffusie van de Islam in Yemen (630) en in de Aramese bewoonde provincies van de oostelijke Romeinse Rijk en de Sassanidische Rijk van Iran (636- 64), waren de Arabieren betrokken bij donderende ideologische, filosofische en theologische debatten , iets wat heel nieuw was voor hen. Natuurlijk, het zou nutteloos en misleidend zijn om het niveau van de argumenten te vergelijken met de argumenten aangewend door de hoge conceptuele denkwijze van eruditie Moslim geleerden, intellectuelen en filosofen van 200 of 300 jaar na de dood van de Profeet. Echter, de vroegere debatten en geschillen brachten twee categorieën voort van de Arabische volgelingen van Islam:

 

a) diegenen die meer open waren voor de wereld om hen heen en andere oriëntaalse culturen, om zo het hoofd te bidden aan en cultureel – gedragsverbetering te bereiken en,

b) diegenen die compleet barbaars waren en vreemd aan enige conceptualisatie.

 

Zoals het gemakkelijk vermoed kan worden, de laatste idee zag Islam als een religie gepredikt door de Profeet Muhammad aan de Arabieren, zoiets als een Arabische religie, gepredikt aan hen door een Arabische Profeet.

 

Als consequentie hiervan beschouwden zij de expansie van de Islam als expansie van hun religie, namelijk van de Arabische religie, en ze maakten van de vroegere aanvaarding van de Islam door andere volkeren een valse legende van ‘verovering’ en ‘heldhaftigheid’ in een ultieme poging te worden vergeleken met eerdere- natuurlijk onmetelijk grotere en moedigere- Romeinen en Perzische prestaties en heldendaden. Dit is de ‘partij’ rond Abu Bakr, Omar en Othman dat zich verzetten tegen Ali als Eertse Kalief, zoals hij het hoorde te zijn, en raakte later bekend als Sunni. We impliceren niet dat alle Sunnis in latere periodes zulk oppervlakkigheid accepteerden, in tegendeel, Mutazilite Sunni Moslims van voornamelijk Aramese oorsprong verwierpen expliciet al deze zaken. Op dit punt willen we het feit onderstrepen dat deze ideeën werden gedeeld door de vroegere groepen Arabieren waaruit de Sunnis voortkwamen. Een typische voorbeeld van deze mensen is Muawiyah, de moordlustige schurk, die moordaanslag gepleegd had op Ali, vervolgde Ali’s twee zonen en slachtte de jongste af zodat de weg vrij was voor hem om kalief te worden. Hij noemde zichzelf dan de “Khusraw van de Arabieren”, een duidelijk aanwijzing van zijn idee van de Islam.

In tegenstelling tot deze groep, was de ‘partij’ rond Ali, de eerste Imam na de dood van Profeet Muhammad, zich meer bewust van het feit dat Islam als de juiste religie, gepredikt door de laatste profeet, een universele fenomeen was, en dat de Arabieren, om bij te dragen aan de vorming van de Islam als universele fenomeen, zich moesten opvoeden om in staat te zijn de redenen van de Islam toe te lichten aan hogere culturen. Deze Arabieren bewezen in staat te zijn om elementen van anderen culturen in zich op te nemen, een verfijnde niet-nomadische gedragssysteem te verwerven en zich ernaar te gedragen. Deze zijn de eerste vroegere Sjiieten, maar in onze dagen is de huidige verdeeldheid ontstaan om totaal andere redenen.

 

Aramese – Arabische culturele botsingen in de vroegere Islam.

 

Hier willen we allereerst het milieu beschrijven dan het lange culturele en ideologische geschillen opnoemen, dat werd ontrafeld gedurende de eerste eeuwen van de Islam door de hele Kalifaat gebieden. Ahmed Ibn Hanbal was geboren in Central Azië, echter uit Arabische ouders, die hun reductionisme naar verre gebieden hadden getransporteerd waardoor Arabieren geloofden dat ze hun greep op de Islam konden behouden. Hij getuigd om die reden van datgene wat we eerder hebben genoemd, namelijk dat de culturele botsing plaatsvond over het gebied van het Kalifaat.

 

Zoals wij hebben gezegd, het zou niet verstandig zijn om te veronderstellen dat alle theologen van Arabische origine zich vastklampten aan de Arabische cultuur; velen waardeerden de Aramese en Perzische culturele erfgoed en bijdrage tot de vorming van de Islamitische beschaving zeer hoog en maakten ze tot hun erfgenamen, zich ontdeden van het reductionisme van de nomaden. Echter, de leidende figuren onder de eerste Islamitische verlichters waren hoofdzakelijk van Aramese oorsprong. De grote culturele - academische stroming dat bijdroeg tot de ontzagwekkende incorporatie van de nieuwe religie, zag het als herwaardering van eerdere bewegingen, ideologieën, theologieën en systemen en als een innovatieve interpretatie, raakte bekend als Mutazilites. We kunnen hier niet in details treden met betrekking tot de opgang en neergang van de Mutazilite beweging, maar we dienen twee vruchtbare zaken te onderstrepen:

 

a. de Mutazilite beweging vertegenwoordigd authentieke Aramese academische, culturele en gedragsachtergrond binnen de Islam, het scheen wanneer de eerste Arameeërs Islam accepteerden, onafhankelijk werden van Rome of Iran, en bleken de academische – culturele- sociale elite te worden binnen de Kalifaat van Damascus.

 

b. de Mutazilite beweging was de genererende factor van Kunst, Letteren, Filosofie, Wetenschappen, Verlichting en in het algemeen gesproken de voortgang van de beschaving door het hele Islamitische wereld was te danken aan hen, dus aan Arameeërs, die het als hun opdracht zagen om een volle dimensies te geven aan het cultuur en beschaving van de nieuwe gediffundeerde prediking van Muhammad.

 

Het verzet tegen de onbeschaafde en gewetenloze Arabische militaire heersers en bekrompen theologen was geen gemakkelijke taak, daar iedereen kon worden beschuldigd van afvalligheid en ketterij en spontaan worden vermoord. Dat is de reden waarom het een enige tijd koste om een gestructureerde reactie te formuleren tegen de Arabieren. Rond 730-740 bracht Wasil ibn Ata (geboren in het gebied van het voorbijgegane koninkrijk van Characene, in moderne Basra) samen in een filosofisch systeem alle eerdere ongelijksoortige elementen en benaderingen die dienden als kritiek van de verkeerde perceptie van de Islam door de Arabieren. Hij streefde om het fundamenten te leggen voor een filosofisch systeem in staat om van de prediking van Profeet Muhammad een levensvatbare culturele en authentiek onderzoek naar de waarheid te maken. Door te ontkennen dat de Koran altijd heeft bestaan, en het concept van vrijheid en vrije wil te benadrukken, reproduceerden de Mutazilites de basis Aramese Christologische benaderingen maar dan nu binnen de Islam. Ze provoceerden een enorme schok bij de obscure Arabische theologen die ook tijd nodig hadden om op hun beurt de Ahari beweging vorm te geven na bijna 200 jaren van de diffusie van de eerste gestructureerde Mutazilite ideeën. Deze periode was exact het hoogtepunt van de Islamitische beschaving en de opgang van de Ashari kondigde de Islamitische Duisternis aan die voor een tijd de filosofische en wetenschappelijke eruditie van de Aramese proselieten aan de kant zette. Dankzij de Aramese proselieten, waren zelfs de Umayyad Kaliefen van overtuigd dat de traditionele nomadische cultuur en gedragssysteem van hun Arabische voorvaders diende te worden verwijderd. Sterker nog, de Abbasidische Kaliefen zoals Al Maamun en Al Mutassim, kondigden een soort inquisitie aan tegen de Islamitische Donkerheid gepropageerd door de Arabieren en de reactionist Ibn Hanbal bracht vele tijd door in gevangenis.

 

De twee bewegingen (Shu’ubiya en de Mutazilites) waar wij refereerden naar de dynamische debatten en geschillen die ze genereerden hebben genoeg bronnen opgeleverd voor een juiste historische begrip van de Aramese- Arabische culturele botsingen die de historische Islam hebben geschapen.