Het Aramese volk: Het Aramese volk (niet te verwarren met 'Armeniėrs') spreekt Aramees, de taal van Abraham, Mozes en Jezus Christus. Zij zijn het inheemse volk van wat in vroegere tijden 'Aram-Nahrin' werd genoemd en in onze dagen bekend is geworden onder de naam 'Mesopotamiė'

Sommige Arameeėrs noemen zich in onze dagen "Assyriėrs", dit vanwege de haatzaaiende geestelijke koloniale activiteiten van de Westerse missionarissen en diplomaten in het Midden-Oosten in de 16e en 19e eeuw. Andere Arameeėrs zijn bekend geworden als "Chaldeeėrs".  Ze zijn echter allemaal Arameeėrs. Overal waar U het woord "Assyriėrs" tegenkomt dient U het als Arameeėrs te lezen.


Mgr. Paulus Faraj Raho over over de oorlog in Irak en hoe de Christenen ermee moeten omgaan.

English Version

Klik hier om de video te bekijken of te downloaden (mpg- format).

(http://www.aramnahrin.org/Photo/Paulus_Faraj_Raho_On_Iraq.mpg)

Een typische voorbeeld van het Aramese Christendom: Vergeving, samenwerking, niet-wantrouwig,  trouw en respectvol naar anderen, van z'n land houden en gehoorzaam aan Christus.

Vertaling van de transcript van de tekst:

De vraag blijft, waarom?

Waarom hebben ze priester Bolus (= Paulus) vermoord?

Waarom hebben ze priester Ragheed en diegenen die met hem waren vermoord?

Waarom hebben ze die ene persoon vermoord?

Waarom hebben ze speciaal die ene kerk opgeblazen?

Waarom hebben ze die ene moskee uitgekozen en opgeblazen?

Waarom hebben ze zich op die ene religieuze man gericht, waarom?

Wat is de reden?

Als wij op onderzoek gaan naar een reden, dan zouden wij misschien niet in staat om een antwoord te vinden op deze vragen.

Wat wij zeker weten is dat we Christenen niemand z'n vijanden zijn. Met andere woorden, wij willen vijanden van niemand zijn die anderen als een voorwendsel gebruikt kan worden om ons aan te vallen als hun vijand.

En als wij vijanden wel hebben, dan zijn wij van onze kant niet hun vijanden, en als zij ervoor kiezen om onze vijanden te zijn, dan zegt onze Here Jezus Christus, Glorie Zij Met hem, tegen ons in de Evangelie, “Zoals wij gehoord hebben”, heb Uw vijanden lief, diegenen die ons vervolgen, vragen wij voor hen barmhartigheid bij de vader, en diegenen die onze tegenstanders willen zijn, wij willen hun vijanden niet zijn.

Wij willen vijanden van niemand zijn, en als wij een vijand hebben omdat hij ervoor gekozen heeft om onze vijand te zijn, dan vertelt Jezus ons om hem lief te hebben door te zeggen, “Heb hen lief en bid voor hen”. En wij hebben U vandaag opgeroepen om samen te bidden voor hen die ons als hun vijanden beschouwen en vandaar langskomen en onze kerken opblazen.

I roep U vandaag op om voor hen te bidden zo dat God barmhartigheid in hun harten mag geven zodat zij op hun beurt barmhartigheid schenken voor dit leed en verwoonde volk.

We hebben het genoeg gehad, ja genoeg inderdaad van deze kwade daden in dit land, omdat wij graag liefde zouden willen ervaren, vrede mogen meemaken. We zouden graag broederschaap willen ervaren, we zouden graag solidariteit in dit land willen zien, we willen dit land opbouwen.

Om deze reden, dienen wij vandaag, mijn gezegende broeders, te bidden en allereerst te zeggen, dat dit is ons vaderland en ten tweede om te zeggen dat wij hier blijven.

Onze voorvaders zijn hier gebleven ondanks vele vervolgingen, en ook wij blijven en zullen blijven en zullen dit plaats niet verlaten omdat het ons land is.

En al het bloed dat ons voorvaders hebben gestrooid voor het geloof in Christus en bleven staan in dit land.

Deze grond heeft vele vruchten gegeven en wij zijn de dochters en de zonen van deze voorvaders en zoals zij blijven wij standvastig in het geloof.

En voor onze broeders die in dit land leven, we delen het met hen met liefde en vrede.

We waren in dit land jaren voor hen. Ze kwamen 600 jaar later, 600, en toen ze kwamen, we hielden van hen en leefden met hen in solidariteit, we willen graag met hen solidair blijven en dit land opbouwen.

Dus, daarom alstublieft, zoals Jezus, die geen haat droeg in Zijn Hart voor hen die Hem kruisigden.

En zijn op het kruis, “Vader vergeef hen, omdat ze niet weten wat ze aan het doen zijn”.

We zeggen vandaag allemaal samen met een hart, “Vergeef hen, omdat ze niet weten wat ze aan het doen zijn”.